Help! Mijn hond heeft verlatingsangst

Heb je het idee dat jouw hond het niet fijn vindt om alleen thuis te blijven? Misschien heeft je hond dan last van verlatingsangst. Dat is absoluut geen pretje voor je viervoeter. Hoe weet je of je hond verlatingsangst heeft en hoe kun je hem daar vanaf helpen? 

Wat is verlatingsangst bij je hond?

Verlatingsangst bij honden merk je doordat ze niet (graag) alleen thuis blijven. Honden zijn echte roedeldieren en zijn dus het liefst samen met hun roedel. Die roedel bestaat niet alleen uit andere honden of huisdieren, maar ook jij en je eventuele gezin. Sommige honden vinden het lastig als de roedel uit elkaar wordt getrokken en ze bijvoorbeeld overdag alleen achterblijven in huis. 

Als je kiest voor een hond, bedenk dan of hij vaak alleen is in de toekomst. Zo ja, dan is het verstandig om het alleen thuis zijn van jongs af aan goed te trainen. Train je dit niet, dan is de kans op verlatingsangst bij je hond heel groot. Hoe dan ook, het is nooit verstandig om je hond te lang alleen te laten. Hoe lang je weg kunt zijn, verschilt per hond. Langer dan 6 uur is in ieder geval niet aan te raden en al helemaal niet iedere dag. 

Hoe herken je verlatingsangst bij je hond? 

Verlatingsangst bij je hond is vaak lastig te herkennen; het gedrag is vooral te zien als je niet thuis bent. Symptomen die kunnen duiden op verlatingsangst bij je hond zijn:

• Veel piepen en blaffen
• Je hond maakt spullen in huis kapot
• Behoeftes doen in huis

Of je hond veel piept en blaft is lastig te beoordelen als je zelf van huis bent. Je kunt je buren vragen of zij veel geluid horen. Het kan ook handig zijn om een camera met microfoon in huis neer te zetten. Zo kun je live meekijken hoe je hond zich gedraagt als jij weg bent.  

Zo help je je hond van zijn verlatingsangst af

Denk je dat je hond verlatingsangst heeft? Dan moet je aan de slag! Je hond moet namelijk het vertrouwen krijgen dat je altijd weer terugkomt als je even weg gaat. Hoe je dat doet? Heel veel trainen. Of je nu een volwassen hond hebt of een pup; opbouwen en veel geduld zijn het belangrijkste. 

Begin bijvoorbeeld met af en toe de kamer uitlopen, zonder dat je hond achter je aan loopt. Dat kun je doen door het commando ‘blijf’ of ‘wachten’ aan te leren. Doe dit meerdere keren per dag, zodat je hond eraan gewend raakt dat je niet altijd bij hem bent. Blijf steeds iets langer weg uit de kamer en doe een keer de voordeur open en dicht. Gaat dit goed? Loop dan een keer naar de brievenbus. Hoe meer er goed gaat, hoe langer je kunt wegblijven. Is je hond gewend aan de oefeningen rondom het huis? Dan kun je proberen om echt even weg te gaan. Denk aan boodschappen doen. Let goed op dat je niet ineens heel lang weg bent. Opbouwen is echt het allerbelangrijkste, anders kun je weer van voor af aan beginnen.

Zorg ook dat je hond gewend raakt aan signalen die laten zien dat je weggaat. Denk aan schoenen aandoen, sleutels pakken, jas van de kapstok halen. Het is belangrijk dat je hond niet zenuwachtig wordt als hij deze signalen oppikt. Train je je hond goed, dan zul je zien dat het alleen zijn steeds beter gaat. 

Dit moet je juist niet doen bij verlatingsangst

Er zijn een aantal dingen die het alleen thuis blijven niet bevorderen. Als je hond verlatingsangst heeft, helpt bijvoorbeeld niet om dramatisch afscheid te nemen. Je kunt proberen om je hond een commando aan te leren, zodat hij begrijpt dat je weer terugkomt. Zeg bijvoorbeeld altijd ‘tot straks’ als je weggaat. Maak ook je terugkomst niet te theatraal. Je hoeft je hond niet te negeren, maar heel uitgebreid begroeten is ook niet nodig. Zorg dus dat weggaan en terugkomen ‘normaal’ is. Tot slot: straf je hond nooit voor het blaffen, piepen of het slopen van iets. Dit gedrag wordt namelijk veroorzaakt door angst. Staffen zorgt ervoor dat het erger wordt en heeft dus een averechts effect. 

Heb je het gevoel dat je alles al geprobeerd hebt om je hond van zijn verlatingsangst af te helpen en werkt het niet (genoeg)? Soms kan een gedragstherapie voor je hond je verder helpen. Met een paar simpele tips kom je soms al een heel eind.