Wat een leukerd, komt die uit het dierenasiel?

Jazeker! Het is een fabel dat er met adoptiedieren iets niet in de haak zou zijn. Een misverstand dat we liever vandaag dan morgen de wereld uit helpen. Want met een hond of kat uit het asiel weet je júist wat je in huis haalt. Komt bij dat je daarmee overvolle asiels helpt en een dier een tweede kans geeft. Hoog tijd dus om de fabels van de feiten te onderscheiden. Weet jij hoe het zit?  

Stelling 1: Asieldieren zijn oud 

Fabel! 
Veel mensen denken dat adoptiedieren uit het asiel per definitie op leeftijd zijn. Maar in asiels vind je jong en oud door elkaar. Zo vind je er kitten Krabbel, voor wie de eigenaar na de geboorte geen geschikt huis kon vinden. En speelse pup Poffertje die meer aandacht vroeg dan zijn baasje hem kon geven. Maar ook volwassen kater Joep, die niet met zijn gezin mee emigreerde. Of ouwe trouwe Otis van wie het baasje er niet meer is. Dus ja, asieldieren zijn er in alle leeftijden. En een wat ouder dier heeft ook voordelen. Zo’n beestje is vaak al zindelijk, kan al omgaan met mensen of eventjes alleen thuisblijven.  

Stelling 2: De meeste adoptiedieren hebben een rugzakje 

Fabel! 
Vaak komt een dier in het asiel terecht omdat het baasje allergisch blijkt te zijn voor zijn kat of te oud om zijn hond goed te verzorgen. Soms verdwaalt een poes en is de eigenaar niet te vinden. Met de meeste dieren is dus niets aan de hand. Maar met sommige wel. Denk dan aan mishandeldeling of verwaarlozing. Gelukkig vangen ze deze dieren in het asiel goed op. Ze worden allemaal nagekeken door een arts en krijgen alles wat ze nodig hebben: eten, drinken, vaccinaties, training en vooral aandacht. Ook worden honden en katten gechipt. En heeft een dier problemen, dan vertellen medewerkers dat eerlijk aan jou. Misschien ben jij wel het baasje dat zo’n beestje graag helpt?! 

Stelling 3: Het asiel checkt of jij een goed baasje bent 

Feit! 
Het is waar dat asielmedewerkers er alles aan doen om te zorgen dat hun logés een goed nieuw thuis vinden. Daar hoort bij dat ze jou vragen stellen over je huis, gezin, werk en hobby’s. Ze informeren of je ervaring hebt met katten of wat je verwacht van het hebben van een pup. Dat is niet bedoeld als inbreuk op jouw privacy, maar het is een manier om ervoor te zorgen dat de dieren naar een plek gaan waar ze gelukkig en gezond kunnen zijn. En om te zorgen dat jij een huisdier krijgt dat bij je past!  

Stelling 4: Asieldieren kun je retourneren 

Feit (met kanttekening)! 
Technisch gezien kun je een adoptiedier terugbrengen naar het asiel als het onverhoopt niet lukt om er goed voor te zorgen. Maar het is natuurlijk geen spijkerbroek die je even retourneert. Als je voor adoptie kiest, doe je dat weloverwogen. Bij het vinden van een goede match krijg je daarom begeleiding en advies van het asiel. Zoals de tip om je huisdier te verzekeren. Dat kan totdat je hond 7 en je kat 9 jaar oud is. Heeft je huisdier dan medische zorg nodig, dan hoef jij je geen zorgen te maken over de rekening. Ontstaan er ondanks jouw goede voorbereiding toch problemen met je asieldier, dan kun je die met het asielteam bespreken. Zij helpen je bij het vinden van een goede oplossing.  

Stelling 5: Een dier uit het asiel halen is gratis 

Fabel! 
Een asieldier is niet gratis. Wel zijn de kosten voor adoptie vaak lager dan de prijs die je betaalt voor een hond of kat van een fokker. Voor het bedrag dat je voor een adoptiedier betaalt, weet je zeker dat je hond of kat z’n laatste vaccinaties heeft gehad, gecastreerd en gechipt is. Dat scheelt. Vergeet niet dat elk dier ook na de aanschaf geld kost. Of je nieuwe huisvriendje nu van de fokker komt of uit het asiel. Ze moeten allemaal eten, spelen en jaarlijks naar de dierenarts voor vaccinaties en een gezondheidscontrole.  

Stelling 6: Asieldieren zijn zielig 

Fabel! 
Asielmedewerkers doen alles voor het welzijn van de dieren. Elk beestje krijgt wat hij nodig heeft. Inclusief genoeg knuffels en aaien. Natuurlijk zitten veel asiels vol en moeten de medewerkers hun aandacht verdelen, maar dat de dieren de hele dag zielig in een hok zitten, is een absolute fabel. De medewerkers geven hen liefde en aandacht, ze trainen de dieren en helpen ze socialiseren. Feit is wel dat een asiel natuurlijk nooit een echt thuis kan vervangen. En dat is precies waar jij om de hoek komt kijken.  

Wist je dit al?     

Zeg eens eerlijk, welke vooroordelen had jij over asieldieren? Hopelijk hebben we een paar misverstanden uit de wereld geholpen. Als je voor een asieldier gaat, zijn er nog een paar handige weetjes. Zo mag je niet fokken met asieldieren en je mag ze ook niet doorverkopen. Wel kunnen asielmedewerkers jou veel vertellen over de persoonlijkheid en het verleden van het dier. Zo weet je beter of jullie karakters matchen. Wat voor hond of kat je ook wilt, het asiel is een mooie plek om je zoektocht te beginnen. Je helpt een dier aan een fijn thuis en hebt zelf een maatje voor het leven!