Waarschuwingslampjes auto

Waarschuwingslampjes in je auto laten je weten wanneer er iets niet goed gaat of dat je ergens alert op moet zijn. Deze kleine, maar krachtige lampjes kunnen verschillende problemen opmerken, van eenvoudige waarschuwingen tot grote technische kwesties. Ontdek hier de betekenis van deze lampjes om veilig te blijven rijden in je auto.

Wat zijn waarschuwingslampjes in de auto? 

Waarschuwingslampjes, ook wel bekend als controlelampjes of dashboardlampjes, zijn kleine symbolen op het dashboard van je auto die licht geven wanneer er een (mogelijk) probleem is. Deze lampjes hebben verschillende kleuren en symbolen en elk lampje geeft een ander probleem aan. 

Waarom het belangrijk is om waarschuwingslampjes te begrijpen 

Het is nodig om de betekenis van de waarschuwingslampjes in je auto te begrijpen, omdat ze belangrijke waarschuwingen geven voor mogelijke problemen. Door snel te reageren op deze lampjes, kun je ernstige schade aan je auto in veel gevallen voorkomen en veilig op de weg blijven rijden. Als je niets doet met de waarschuwingslampjes, kun je te maken krijgen met flinke reparaties en zelfs gevaarlijke situaties op de weg. 

Wat te doen als een waarschuwingslampje aan gaat? 

Als er een waarschuwingslampje in je auto aan gaat, is het slim om eerst de handleiding van je auto te bekijken. Vaak staat de betekenis van het waarschuwingslampje daar uitgelegd. Beoordeel hoe groot het probleem is; moet je direct stoppen met rijden en professionele hulp vragen? Of kun je nog veilig naar een locatie rijden en het probleem daar verder laten onderzoeken? 

De verschillende kleuren waarschuwingslampjes 

Er zijn een aantal kleuren waarschuwingslampjes. De hoofdkleuren zijn rood, oranje/geel en groen.  

  • Rood: Direct actie nodig. 
  • Geel/oranje: Auto zo snel mogelijk laten checken.  
  • Groen: Geen actie nodig. 

Welke rode waarschuwinglampjes zijn er? 

Accuspanning laag 

Dit lampje verschijnt als er een storing is in de dynamo, aandrijfsnaar of de stroomkabels.  

Actie: Parkeer je auto en bel je garage. Als je accu leeg is of als deze melding vaker voorkomt, is het aan te raden je accu te laten vervangen of op te laden.  

Goed om te weten: Dit lampje verschijnt altijd kort als je de auto start. Daarna moet het lampje weer verdwijnen.  

Achterklep open 

Dit lampje verschijnt als je de achterklep niet goed dicht hebt en de achterklep dus nog (een klein stukje) open staat. 

Actie: Sluit de achterklep en controleer of deze goed dicht blijft.  

Airbag uitgeschakeld 

Dit rode waarschuwingslampje verschijnt als de airbag niet meer werkt door bijvoorbeeld een storing in het airbagsysteem.  

Actie: Rijd direct naar een garage bij je in de buurt om het te laten checken.  

Batterij autosleutel bijna leeg 

Dit rode waarschuwingslampje verschijnt als de batterij van je autosleutel zo ver leeg is dat je binnenkort je auto niet meer draadloos kunt openen en sluiten.  

Actie: Vervang zelf de batterij van je autosleutel of laat dit bij je garage doen.  

Gordel los 

Dit lampje verschijnt als een passagier of de bestuurder geen gordel om heeft.  

Actie: Maak alle gordels vast.  

Handrem aangetrokken 

Dit waarschuwingslampje zie je als de handrem is aangetrokken terwijl de motor loopt.  

Actie: Haal de handrem eraf. Blijft het lampje branden? Dan heb je waarschijnlijk te maken met een storing in je remsysteem of je moet de remvloeistof bijvullen. Neem contact op met je garage. 

Lane Assist uitgeschakeld 

Deze melding verschijnt wanneer Lane Assist is uitgeschakeld. Dit systeem geeft met trillingen in het stuur aan als je onbedoeld van rijbaan lijkt te wisselen of over de weg slingert.  

Actie: Als je van dit systeem gebruik wilt maken, schakel dan Lane Assist weer in. Als het lampje blijft branden na het inschakelen, is het belangrijk om contact op te nemen met je garage. 

Motor oververhit (te weinig koelvloeistof) 

Dit waarschuwingslampje verschijnt als de automotor te heet wordt, wat vaak te maken heeft met te weinig koelvloeistof.  

Actie: Parkeer je auto om ernstige motorschade te voorkomen. Controleer het niveau van je koelvloeistof en vul deze bij als dat nodig is. Zorg ervoor dat je de juiste koelvloeistof gebruikt.  

Motorkap open  

Dit lampje verschijnt als de motorkap open staat of niet goed gesloten is.  

Actie: Sluit de motorkap en controleer of deze goed dicht zit.  

Naderingsalarm voorligger  

Niet elke auto heeft dit waarschuwingslampje. Bij nieuwere auto’s zie je ‘m steeds vaker. Dit lampje verschijnt als je te dicht bij je voorligger in de buurt komt. Deze functie is onderdeel van je rijhulpsysteem. 

Actie: Houd meer afstand van je voorligger. Als het lampje hierna nog steeds rood blijft branden, is het verstandig om naar de garage te gaan.  

Oliepeil laag  

Dit waarschuwingslampje verschijnt wanneer er te veel of te weinig olie in het motoroliereservoir zit. 

Actie: Controleer de oliepeil en vul de olie bij tot het juiste niveau. Als je hierbij hulp nodig hebt of als het lampje blijft branden na het bijvullen, bezoek dan een garage. 

Parkeerrem ingeschakeld 

Dit lampje verschijnt als de parkeerrem van je auto is ingeschakeld.  

Actie: Schakel de parkeerrem weer uit als je gaat rijden. 

Portier open 

Dit lampje verschijnt als 1 of meer autodeuren niet goed dicht zitten.  

Actie: Sluit alle deuren van je auto voordat je wegrijdt.

Stuurbekrachtiging uitgevallen 

Deze waarschuwing verschijnt als er een probleem is met de werking van je stuurbekrachtiging of als er een tekort is aan stuurbekrachtigingsolie. Hierdoor kan het sturen van je auto zwaarder aanvoelen. 

Actie: Breng je auto naar de garage om het probleem te laten onderzoeken. Ook voor het bijvullen van stuurbekrachtigingsolie kun je bij de garage terecht. 

Aandrijflijn storing 

Dit waarschuwingslampje verschijnt als er een storing is in de aandrijflijn, waarbij je motor nog wel draait maar met minder vermogen. 

Actie: Vermijd snel optrekken en hard remmen wanneer dit lampje brandt. Laat de garage de motor uitlezen om het probleem vast te stellen. 

Gele waarschuwingslampjes 

Aandrijf- / stabiliteitsregeling 

Dit lampje verschijnt bij het starten van je auto en knippert. 

Actie: Als dit lampje niet knippert bij het starten van je auto, laat dan je auto nakijken. 

Accubereik laag 

Dit waarschuwingslampje verschijnt als de actieradius van de accu laag is. Dit lampje is alleen aanwezig in elektrische auto's. 

Actie: Zoek een oplaadpunt in de buurt om de accu op te laden. Als opladen niet helpt, neem dan contact op met je garage. 

Achterruitverwarming ingeschakeld 

Dit lampje verschijnt als de achterruitverwarming aan staat. 

Actie: Zet de achterruitverwarming uit om het lampje uit te schakelen. Als het lampje blijft branden terwijl de achterruitverwarming uit staat, ga dan naar je garage. 

Antiblokkeersysteem storing 

Dit waarschuwingslampje verschijnt als er een storing is in het antiblokkeersysteem (ABS). 

Actie: Laat de ABS zo snel mogelijk repareren. De remmen werken gelukkig nog wel.  

Automatische ruitenwisser actief 

Dit waarschuwingslampje verschijnt als het buiten regent en de automatische ruitenwisserstand is ingeschakeld. 

Actie: Zet de automatische ruitenwisser uit om het lampje uit te schakelen. Als het lampje blijft branden nadat de automatische ruitenwisser is uitgeschakeld, laat dan de garage ernaar kijken. 

Automatische start-stop: motor uit 

Deze melding zie je als je stilstaat en de motor is uitgeschakeld (maar de auto nog aan). 

Actie: Start de auto, dit systeem is dan standaard ingeschakeld. 

Bandenspanning laag 

Dit lampje brandt als de bandenspanning te laag is of er een lekke band is.  

Actie: Breng de banden op spanning bij een tankstation of laat het bij een garage doen.  

Bergrem ingeschakeld 

Dit lampje brandt als de functie 'bergrem' is ingeschakeld. Niet alle auto’s hebben deze functie. 

Actie: Druk op de bergremknop om de bergrem uit te schakelen wanneer je weer wilt rijden. 

Brandstofpeil laag 

Dit lampje zie je als het brandstofpeil laag is. 

Actie: Tank zo snel mogelijk. 

Brandstofsysteem storing 

Dit lampje verschijnt als je verminderd vermogen ervaart. Dit lampje brandt vaak samen met een tandwiel met een uitroepteken. 

Actie: Ga zo snel mogelijk naar een garage als dit lampje brandt. 

Buitentemperatuur laag 

Dit waarschuwingslampje zie je als de buitentemperatuur onder de 4 graden ligt. 

Dodehoekmonitor uitgeschakeld 

Dit lampje gaat branden als de dodehoekmonitor wordt uitgeschakeld. 

Actie: Schakel de dodehoekmonitor weer in om het lampje uit te schakelen. 

Elektronica storing 

Deze melding laat zich zien als er een storing is in een elektrisch onderdeel. Bepaalde functies werken niet juist en je auto kan mogelijk niet meer verder rijden. 

Actie: Neem direct contact op met de wegenwacht of een garage. 

Gladheid waarschuwing 

Dit lampje gaat branden als er kans is op gladheid, vaak samen met een lampje van een sneeuwvlokje. 

Actie: Rijd extra voorzichtig, vooral als je nog met zomerbanden rijdt. 

Koplamphoogte afstelling 

Deze waarschuwing verschijnt als je je koplampen naar beneden wilt afstellen, vooral wanneer je auto zwaar beladen is. 

Actie: Pas de hoogte van je koplampen aan met de knop met dit symbool. 

Koppeling intrappen 

Dit lampje komt in beeld als de auto door het start-/stopsysteem is uitgeschakeld. 

Actie: Druk op de koppeling om de auto weer te starten. 

Lamp- of regensensor storing 

Dit lampje zie je als de automatische systemen voor licht en ruitenwissers niet meer werken door een storing in de sensoren. 

Actie: Neem contact op met de garage om de storing te verhelpen. 

Luchtfilter vies 

Dit waarschuwingslampje gaat branden als de luchtfilter vuil of verstopt is. 

Actie: Vervang het luchtfilter zo snel mogelijk. 

Luchtvering storing 

Dit lampje geeft een storing aan in de luchtvering. 

Actie: Ga naar een garage in de buurt om het probleem te laten bekijken. 

Mistverlichting achter ingeschakeld 

Dit waarschuwingslampje zie je als de mistverlichting aan staat, maar schakel deze alleen in bij mistig weer. 

Actie: Schakel de mistverlichting uit wanneer het niet mistig is. Blijft het lampje branden? Ga dan naar je garage. 

Motorstoring 

Dit lampje zie je als er problemen zijn met de motor. 

Actie: Controleer direct het olie- en koelvloeistofniveau. Als het lampje knippert moet je direct je auto aan de kant zetten.  

Noodloop actief 

Dit lampje kom je tegen als je auto in de noodloop gaat. Dit zorgt voor een verminderd vermogen. 

Actie: Neem zo snel mogelijk contact op met de garage om het probleem te laten onderzoeken. 

Parkeersensoren ingeschakeld 

Dit lampje gaat branden als je de parkeersensoren activeert. Deze sensoren zitten standaard in de meeste moderne auto's en helpen bij het parkeren door middel van geluidssignalen. 

Actie: Deze melding verdwijnt wanneer je de parkeersensoren uitschakelt. 

Regensensor actief 

Dit lampje zie je als de regensensor regen detecteert. De gevoeligheid van deze sensor kun je aanpassen met een knop op de ruitenwisser. 

Actie: De melding verdwijnt als je de regensensor uitschakelt. 

Remblokken versleten 

Als je remblokken versleten zijn, zie je dit waarschuwingslicht. 

Actie: Vervang de remblokken om veilig te blijven rijden. 

Remlicht storing 

Dit licht verschijnt als er een storing is in de remlichten. Dit betekent dat ze niet goed werken en misschien aan vervanging toe zijn. 

Actie: Vervang de defecte remlichten bij een garage. 

Roetfilterstoring 

Dit waarschuwingslampje brandt als er een storing is in het roetfilter van de uitlaat, vaak bij dieselauto's. 

Actie: Laat de auto zo snel mogelijk controleren bij een garage om te voorkomen dat de motor beschadigd raakt en om boetes te voorkomen. 

Ruitensproeiervloeistofpeil laag 

Dit lampje verschijnt wanneer de ruitensproeiervloeistof bijna op is. 

Actie: Vul de ruitensproeiervloeistof bij om deze melding uit te zetten. 

Schokdemper/vering storing 

Als er een storing is in de schokdempers of vering, gaat dit waarschuwingslampje aan. 

Actie: Ga zo snel mogelijk naar een garage voor onderzoek en eventuele vervanging van de schokdempers. 

Sleutel mist 

Dit lampje gaat branden als de sleutel niet wordt gedetecteerd in de auto, vooral bij auto's met een sleutelloze toegang. 

Actie: Zorg ervoor dat de sleutel in de auto is. 

Snelheidsbegrenzer ingeschakeld 

Als de snelheidsbegrenzer is ingeschakeld, gaat dit lampje aan. 

Actie: De melding verdwijnt wanneer je de snelheidsbegrenzer uitschakelt. 

Standkachel ingeschakeld 

Dit lampje zie je als de standkachel is ingeschakeld. 

Actie: Het lampje verdwijnt wanneer je de standkachel uitschakelt. 

Voorgloeien actief 

Dit waarschuwingslampje krijg je te zien wanneer de motor nog koud is en moet worden voorverwarmd. 

Actie: Als het lampje blijft branden tijdens het rijden, laat dan de auto controleren. 

Voorruitontwaseming actief 

Als de voorruitontwasemer is ingeschakeld, gaat dit lampje aan. 

Actie: De melding gaat weg als je de voorruitontwasemer uitschakelt. 

Water in brandstof 

Dit lampje verschijnt als er water in het brandstoffilter zit. 

Actie: Laat de auto controleren om schade aan de motor te voorkomen. 

Groene waarschuwingslampjes 

Adaptive cruise control ingeschakeld 

Dit lampje zie je wanneer de adaptive cruise control is ingeschakeld. 

Actie: De melding verdwijnt als je de adaptive cruise control uitschakelt. 

Cruise control ingeschakeld 

Dit lampje zie je wanneer de cruise control is ingeschakeld. 

Actie: De melding verdwijnt als je de cruise control uitschakelt. 

Dimlicht ingeschakeld 

Dit lampje gaat branden als het dimlicht is ingeschakeld.  

Actie: Zet het lampje weer uit als de mist weg is.  

Rempedaal intrappen 

Dit lampje gaat aan als je de rem ingedrukt houdt. Dan doet de rem het tot je weer gas geeft en hoef je niet steeds je rempedaal in te drukken als je stil staat. Dit is alleen het geval bij auto’s met een automatische transmissie. 

Richtingaanwijzers aan 

Deze melding zie je als je de richtingaanwijzer aan hebt. 

Actie: Het lampje verdwijnt als je de richtingaanwijzer uitschakelt. 

Stadsverlichting ingeschakeld 

Dit lampje gaat aan als de stadsverlichting is ingeschakeld. 

Actie: De melding gaat weg als je de stadsverlichting uitschakelt. 

Blauw waarschuwingslampje  

Groot licht ingeschakeld 

Dit lampje verschijnt als het groot licht is ingeschakeld. 

Actie: Schakel het groot licht uit wanneer er tegenliggers aan komen. 

Verzekering en waarschuwingslampjes 

Als je de betekenis van de verschillende waarschuwingslampjes in je auto weet, ga je met een fijn gevoel de weg op en weet je wanneer er actie nodig is. Houd de waarschuwingslampjes goed in de gaten en neem ze altijd serieus. Je wilt geen risico’s lopen. Hetzelfde geldt voor je autoverzekering. Regel het goed, zodat je niet voor verrassingen komt te staan. Bij OHRA kun je verschillende autoverzekeringen kiezen, zoals WA, WA Plus en All-Risk. Bereken gemakkelijk online je premie en kies een verzekering die helemaal bij jou past.