Verkeersregels richtingaanwijzer

Je gebruikt je richtingaanwijzers regelmatig tijdens het autorijden. Maar weet je ook precies wanneer en hoe je ze moet gebruiken? Richtingaanwijzers, ook wel knipperlichten genoemd, zijn belangrijk in het verkeer. Richtingaanwijzers laten andere weggebruikers zien welke kant je opgaat. Zo helpen de richtingaanwijzers met het vlotter en veiliger maken van het verkeer. Lees hier meer over het gebruik van je richtingaanwijzer!

Wanneer moet je een richting aangeven?

Het gebruik van richtingaanwijzers is verplicht bij het afslaan, het wisselen van rijstrook, het invoegen in het verkeer, het verlaten van een rotonde en bij het stoppen langs de kant van de weg. Het is belangrijk om dit op tijd en duidelijk aan te geven, zodat andere weggebruikers weten wat je van plan bent.

Het juiste moment voor het gebruik van richtingaanwijzers

Richting aangeven doe je ruim voordat je een actie echt gaat uitvoeren. Voor het afslaan geef je minimaal 30 meter van tevoren aan welke richting je gaat inslaan. Bij het wisselen van rijstrook, invoegen of het verlaten van een rotonde is het verstandig om minstens 3 seconden van tevoren je richtingaanwijzer aan te zetten. Zo geef je andere weggebruikers voldoende tijd om te reageren op jou.

Richtingaanwijzers bij het invoegen en inhalen

Bij het invoegen op een autosnelweg, provinciale weg of andere drukke wegen is het ook belangrijk om je richting aan te geven. Hiermee geef je andere weggebruikers de kans om ruimte voor je te maken en soepel te reageren op jouw actie. Ook bij het inhalen is het verplicht om je richting aan te geven. Zo kunnen bestuurders die achter je rijden weten wat jij gaat doen en er rekening mee houden.

Wanneer begin je met het aangeven van je richting?

In de bebouwde kom geef je je richting aan voordat je een zijstraat of een weg inrijdt. Buiten de bebouwde kom en op autowegen geef je je richting aan voordat je van rijstrook verandert, invoegt of afslaat. Het is belangrijk om deze regels precies te volgen om onduidelijkheid en gevaarlijke situaties te voorkomen. Volg onderstaande richtlijnen:

  • Rijd je binnen de bebouwde kom? Zet dan je richtingaanwijzer ongeveer 50 tot 100 meter voordat je afslaat aan;
  • Rijd je buiten de bebouwde kom? Doe het dan ongeveer 200 meter voordat je moet afslaan;
  • Op autowegen of autosnelwegen doe je het ongeveer 300 meter voordat je afslaat.

Richtingaanwijzers zijn belangrijk en superhandig. Door ze op de juiste manier te gebruiken, voorkom je gevaarlijke situaties op de weg. Vergeet dus nooit om je plan op tijd duidelijk te maken aan andere weggebruikers door het gebruik van je richtingaanwijzers.

Richting aangeven op de rotonde

Het is belangrijk om duidelijk je richting aan te geven op een rotonde, zodat andere weggebruikers weten welke afslag je neemt. Hier zijn de stappen voor het aangeven van je richting op een rotonde:

  1. Voordat je de rotonde oprijdt, bekijk je de verkeerssituatie en kies je de juiste rijstrook;
  2. Als je dichterbij de rotonde komt, houd je rekening met het verkeer op de rotonde en geef je op tijd je richting aan naar de afslag die je wilt nemen;
  3. Gebruik je richtingaanwijzer naar rechts als je de afslag neemt. Doe dit op tijd en houd je knipperlicht aan totdat je de afslag hebt genomen.

Als je afslaat ben je verplicht om je richting aan te geven.

Meer informatie over verkeersregels? Ontdek het bij OHRA

Voor uitgebreide informatie over verkeersregels verwijzen we je graag naar Veilig Verkeer Nederland (VVN). Daar vind je het complete Reglement Verkeersregels en Verkeerstekens (RVV) uitgelegd met verkeerssituaties, foto’s en handige tips. Het is ook belangrijk om een goede autoverzekering te kiezen. Bij OHRA bieden we je 3 basisdekkingen:

Bij OHRA staan we altijd voor je klaar. Heb je vragen over onze autoverzekeringen? Neem contact met ons op! Wij helpen je graag.